Als ze zeggen ...

'Als ze zeggen dat de rode lantaarndrager er nog aan komt'

Omdat ze zeiden dat je van klimmen vleugels krijgt
keek ik onder mijn schouder door naar veren
maar het enige wat ik zag en rook was mijn zweet
en de olie op mijn benen drupte als kaarsvet
in mijn gebeden om de top te halen, de top
die in de duistere mist alvast om mij lachte
de antiklimmer de schlemiel tegen de bergwand
de dwaler aan het einde van de rij lichtgewichten
die roffelend hun beentjes ritmisch in vuur ontstaken
de dijenkletsers in het publiek die duwden
en mij toe schreeuwden met “vals plat en patat”

Achot, wat haatte ik met elke vezel van mijn verstand
mijn benen sloegen bijna dubbel tegen de wand
met mijn stramme poten sleepte ik door ijle lucht
verkramping bij mij maar spechtkuiten en schrielhanen voorop
de dikte van mijn kuiten bleken bergen van verzet
tegen zwaartekracht en voorbij razende auto’s
die me opzij  duwden naar achteren naar alle kanten
maar niet naar voor zodat alle krachten uit me vloeiden
mijn spieren opzwollen mijn schoenen versopten
alles smeekte me om te stoppen het rumoer voor me verstomde:
de laatste volgauto verdween walmend voorbij de bocht

achter me verscheen de muil van de bezemwagen
opengesperd om mij te verzwelgen te kraken
ik rook de stinkende bek van het monster waar
zovelen in gevallen waren en afgevoerd en daar
verscheen in mijn uitgekacheld brein een engel
glimlachend met de vleugels die ik juist nodig had
stralende ster aan mijn horizon en aan mijn slepend
kraken kwam een einde in triomf spartelden mijn benen
ontploften mijn zenuwen en reed ik gierend op het ravijn af
de zwaartekracht verdween meteen en vliegensvlug daalde ik
de vallei in waar blanke lelies op mij neerdaalden

rondom mijn roodverbrande hoofd


Kees van Meel